Dat in de nabije toekomst niet mensen maar data – eentjes en nulletjes, dus – bijna alle cruciale beslissingen gaan nemen, is voor velen een schrikbeeld. Ik begrijp dat wel. Mensen zijn verknocht aan het idee dat er goede en foute meningen zijn. Zodra je bijvoorbeeld aangetoond meent te hebben dat iemand een foute mening heeft, hoef je geen rekening meer met hem of haar te houden. Dat ruimt lekker op. Bovendien is er een bloeiende industrie rond goede en foute meningen, waarbij degenen met een foute mening achter hun rug om probleemloos geslachtofferd kunnen worden in zalen vol mensen die van zichzelf natuurlijk vinden dat ze aan de goede kant staan. Elk theaterseizoen hebben mensen er veel geld voor over om van een cabaretier te horen dat ze deugen.
Maar wat nou als goed en fout niet meer ter zake doen (of veel minder dan nu het geval is), en data de richting aangeven hoe je doelstelling A, B of C kunt bereiken? Waarom zouden we dan blijven ‘hangen’ aan de mening van iemand die op een podium staat of op een vaste plek in de krant publiceert, behalve dat het zo lekker is om rond te wroeten in een stukje zelfbevestiging?
Eén van de succesvolste internetondernemers van dit moment, Pieter Zwart (1975) van Coolblue, zegt het heel treffend: ‘Politici, burgers, lobbyisten en actiegroepen gaan voortdurend, en niet zelden op tijdrovende wijze, met elkaar in discussie. Vaak is dat discussie óm de discussie. Ik heb daar mijn vraagtekens bij.’ Zwart wil wel graag discussiëren, maar op een andere manier. ‘Bij Coolblue hebben we ook discussies. Maar wél met data in het midden. Dan heb je nog steeds meningsverschillen over hóe die data te interpreteren, maar de mening als losse flodder heeft in zo’n discussie geen functie meer. En het fijne is: omdat iedereen aan tafel over dezelfde data beschikt, kan iedereen in principe iets zinnigs aan de discussie toevoegen. Van directeur tot stagiair tot receptionist.’
Wat Zwart hier zegt, reikt natuurlijk veel verder dan Coolblue. Hij laat zien dat vooruitgang en zakelijk succes niet zozeer afhankelijk zijn van meeslepende vertellers of inspirerende leiders, maar van de juiste gegevens en een gemotiveerd team van mensen die, met hun neus op de data, de juiste conclusies trekken en vervolgens tot de juiste acties overgaan. En dat meningen of visies in ‘the age of technology’ vooral amusementswaarde hebben en niet langer in een boardroom thuishoren.
Om, net als bij Coolblue, over tijdrovende meningsverschillen heen te kunnen stappen en meteen tot een zinnige en gelijkwaardige gedachtewisseling met een klant te komen, ben ik ooit begonnen met het ontwikkelen van Buzzcovery. Een ‘tool’ die alle relevante artikelen over een bepaald onderwerp of branche met één druk op de knop naar boven haalt, waardoor je in korte tijd up-to-date geïnformeerd kunt raken op alle denkbare terreinen. En je nagenoeg op voet van gelijkheid – zonder de ‘ruis’ van ego’s of persoonlijke hobby’s – met de klant kunt communiceren.
Dankzij Buzzcovery is het, op grond van data, mogelijk heel snel van elkaar te leren. En ontstaat er vlotter een vertrouwensband (‘jij weet wat ik weet’), waardoor het vizier vrijwel meteen op de broodnodige innovatie kan worden gericht. Toch merk ik ook verzet. BuzzCovery zit niet in talkshows. BuzzCovery produceert geen populaire oneliners. BuzzCovery trekt geen volle zalen. ‘Dus,’ is vaak de reactie, ‘waarom zou ik het dan serieus nemen?’
Omdat zakelijk succes niet meer begint bij meeslepende vertellers, maar bij de slimme inschatting van data!
PS: persoonlijk kan ik enorm genieten van meeslepende vertellers en kleurrijke columnisten. Ik pleit er slechts voor dat hun vakmanschap dáár tot bloei komt, waar het hoort… op het podium.