Je kunt je kop in het zand steken of je oren met een maximaal aantal vingers dicht proppen: in de toekomst gaat alles met elkaar ‘praten’. Niet alleen mensen, maar ook dingen. Miljoenen auto’s, bijvoorbeeld, zullen via geavanceerde chips met elkaar in verbinding staan, signalen naar elkaar uitzenden. Zodoende zal de kans op auto-ongelukken drastisch verminderen, evenals de kans op files waar je uren in vaststaat. Tevens zal bijna elke automobilist de snelste route naar zijn of haar bestemming vinden. Ho! Wat zeg ik… ‘vinden’? Nee, de snelste weg zal via de computer aangereikt worden. Je hoeft er zelf niks meer voor te doen. Dankzij het ‘praten’ van auto tot auto, de verfijnde conversatie tussen miljoenen vehikels, hoef je er zelf niet meer over na te denken. Je zit in je bolide – leest een krant, bekijkt een film of drinkt een glas – en ‘alles komt goed’.
Wat voor het wegverkeer geldt, geldt ook voor betalingsverkeer. De richting van de evolutie is niet die van méér risico, méér inspanning, méér onzekerheid en méér manipulatie, maar van minder, minder, minder, minder. Niet alleen beginnen we, nu al, te wennen aan betalen door met een stukje plastic (een bankpas) langs een ander stukje plastic te aaien (een mobiel betaalapparaat). Piep, klaar! Omdat ook computers wereldwijd massaal met elkaar aan het ‘praten’ zijn en op die manier de zogenaamde ‘blockchain technologie’ tot wasdom is gekomen, is het mogelijk om vanuit elke locatie in de wereld binnen de minuut een extreem betrouwbare betaling te doen naar elke andere locatie, al is die locatie een afgelegen eiland of een spookachtige grot.
De grote vraag is nu: ga je aan de kant van de evolutie staan? Of zet je de rem erop?
Voor mijzelf is dat een makkelijke vraag, zowel in mijn hoedanigheid van privépersoon als ondernemer. Wanneer intelligente softwaresystemen ons leven kunnen veraangenamen ben ik daar in beide gedaantes een fervent voorstander van, aangenomen dat mensen zinvolle en/of bevredigende activiteiten gaan ontdekken voor de grote happen tijd die ze nu nog besteden aan wat op een gegeven moment overbodig zal zijn (het besturen van een auto). Of dat ze bij het ontdekken van die activiteiten succesvol geholpen gaan worden.
Ben ik dan blind voor de bezwaren tegen cryptogeld? En sluit ik mijn ogen voor de praktische tekortkomingen? Integendeel. Ik wil blockchain technologie verbeteren, dus bestudeer ik ze beide met grote interesse. Maar als er wordt ingespeeld op primaire angstgevoelens en men suggereert, bijvoorbeeld, dat de blockchain netwerken van cryptovaluta ‘duistere gaten’ zijn, die terroristen vrij spel geven bij het uitvoeren van duistere deals, permitteer ik mezelf een rollende schaterlach. Alsof de huidige systemen rond onze niet-digitale valuta kwaadwillende schurken van duistere deals kunnen weerhouden. Alsof die niet vergeven zijn van de sluiproutes en de oogjestoeknijpers. (Zie Panama Papers.)
Tot dusver heb ik het woord ‘Bitcoin’ niet gebruikt. Dat is bewust. Er zijn talloze redenen te bedenken waarom Bitcoin wel of niet zal doorbreken, tot het grote publiek zal doordringen. En de pers doet gretig mee aan dat welles nietes spelletje. Maar dóet het er ook echt toe? Nee. Want de blockchain technologie achter Bitcoin is onstuitbaar. En wanneer Bitcoin marginaal blijft of afsterft, zal een opvolger van Bitcoin, al of niet achter de merknaam van een traditionele bank, de wereld gaan veroveren.
Als ik collega’s of andere nieuwsgierigen uitnodig mijn Bitcoin-machine in Oudenbosch te bekijken en ik zie hun twinkelende ogen als ik een papieren tien euro biljet in de machine schuif, waarna er vrijwel meteen één-zoveelste bitcoin op mijn Bitcoin-account is bijgeschreven, weet ik één ding zeker.
Aan deze snelheid, deze eenvoud, zullen weinig mensen weerstand kunnen (of willen) bieden.